De HEER zei tegen Mozes: 27 ‘Neem dit in acht: De tiende dag van de zevende maand is het Grote Verzoendag, een dag die jullie als heilige dag samen moeten vieren. Jullie moeten die dag in onthouding doorbrengen en de HEER een offergave aanbieden. 28 Je mag dan geen enkele bezigheid verrichten, want het is Grote Verzoendag, waarop voor jullie ten overstaan van de HEER, jullie God, de verzoeningsrite zal worden voltrokken.’ Leviticus 23:27,28

Yom Kippoer heet ook wel Grote Verzoendag. Het valt op 10 Tisjri (september/oktober) en is de belangrijkste dag van het joodse jaar. Op deze dag offerde de hogepriester twee bokken. De eerste werd geslacht en verbrand als offer voor de zonden van het volk. De hoge priester sprenkelde het bloed van deze bok op het verzoendeksel van de ark in het Heilige der Heiligen. Op deze allerheiligste plaats mocht alleen hij éénmaal per jaar voor deze gelegenheid komen. De tweede bok was de zondebok. Door schuld te belijden, legde de hogepriester de zonde van zichzelf en het volk op de bok, die vervolgens de woestijn in werd gestuurd.

Sinds de verwoesting van de tempel door de Romeinen in 70 na Christus, is offeren niet meer mogelijk. De rabbijnen vervingen het offer daarom door gebed, bekering en vrijgevigheid (ook wel: gerechtigheid). Daarnaast vasten de joden 24 uur. Gedurende die tijd eten, drinken en werken ze niet.

Aan de vooravond van Yom Kippoer staat in de synagoge de kol nidré centraal, een gebed om vergeving. Ook leest men uit het Bijbelboek Jona. Op de dag zelf gaan veel mensen in het wit naar de synagoge. Aan het eind van de dag volgt een feestmaal van zoete gerechten.

Bij Rosj Hasjana ging het om bekering, bij Yom Kippoer draait alles om verzoening. Het Bijbelboek Jona, waarin na schuld en boete verzoening volgt, is daarom erg toepasselijk. De witte kleren zijn een teken van heiliging. Ze herinneren aan de woorden van Jesaja: ‘Al zijn je zonden rood als scharlaken, ze worden wit als sneeuw, al zijn ze rood als purper, ze worden wit als wol’ (1:18). De zoete gerechten luiden een zoet nieuw jaar in. Was het bij Rosj Hasjana vooral een wens, vanaf nu is het een werkelijkheid.

Toen Jezus aan het kruis stierf, scheurde het voorhangsel in de tempel van boven tot onder in tweeën (Mar. 15:37,38). De eerste christenen beschouwden dit als een teken van God.

Vanaf nu was het Heilige der Heiligen voor de gewone gelovige niet langer verboden terrein. Omdat het definitieve offer was volbracht, kon iedere gelovige vrijmoedig tot God gaan. En dat gold niet alleen voor de jood, maar ook voor de heiden.

Het is daarom bijzonder om te zien dat juist het boek Jona zo’n centrale plaats heeft gekregen binnen de traditionele viering van Yom Kippoer. Het was immers in dit boek dat de profeet naar de heidenen toog om hen bewust te maken van hun zonden.