Vier het Wekenfeest wanneer je de eerste opbrengst van de tarweoogst binnenhaalt, en het Inzamelingsfeest wanneer het jaar ten einde loopt. Exodus 34:24

Vanaf die dag na de sabbat, vanaf de dag dat de schoof omhooggeheven is, moeten zeven volle weken worden afgeteld, 16 tot de dag na de zevende sabbat. Vijftig dagen moeten jullie aftellen, en dan moeten jullie de HEER een graanoffer aanbieden uit de nieuwe tarweoogst. Leviticus 23:15,16

Het Wekenfeest valt op 6 en 7 Sivan (mei/juni), vijftig dagen na Pesach. Tijdens dit feest worden de synagogen en huizen traditiegetrouw versierd met bloemen. De joden lezen uit het Bijbelboek Ruth en besteden veel tijd aan het bestuderen van de Thora en de tien geboden. Thuis eten en drinken ze vooral zuivelproducten, zoals melk, kaas en eieren. Bekend zijn de zogenaamde blintzes, speciale kaaspannenkoeken.

Het Wekenfeest is het tweede Bijbelse oogstfeest. Bij het eerstelingfeest stond de gersteoogst centraal, nu viert men de oogst van tarwe, dadels en olijven. Maar het Wekenfeest is ook een openbaringsfeest. Precies vijftig dagen na de uittocht uit Egypte ontving Mozes van God de wetten en de tien geboden. Het feest wordt daarom ook wel ‘Matan Thora’, of wel ‘De gift van de Thora’, genoemd.

Thorastudie is in de joodse traditie altijd erg belangrijk geweest. Het is daarom niet verwonderlijk dat er tijdens het feest van de Thora zoveel wordt gestudeerd. Volgens de overleveringen hadden de Israëlieten zich verslapen op de dag dat Mozes hen Gods wetten en geboden gaf. Om die reden waken en studeren de joden de hele eerste nacht van het Wekenfeest.

Zoals alle joodse feesten is ook het Wekenfeest rijk aan symboliek. De bloemenversiering herinnert aan de bloeiende hellingen van de berg Sinaď, waar Mozes de wet ontving. De zuivelgerechten staan symbool voor de voedende kracht van de Thora. Het verhaal van Ruth is toepasselijk omdat de oogst er een belangrijke rol in speelt.

Toen de dag van het Pinksterfeest aanbrak waren ze allen bij elkaar. 2 Plotseling klonk er uit de hemel een geluid als van een hevige windvlaag, dat het huis waar ze zich bevonden geheel vulde. 3 Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, 4 en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven. Handelingen 2:1-4

De uitstorting van de Heilige Geest vond plaats tijdens het Wekenfeest, vijftig dagen na de opstanding van Jezus. Er is een mooie parallel tussen de ontvangst van de wet en de uitstorting van de Heilige Geest.

Maar dit is het verbond dat ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt de HEER: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven. Dan zal ik hun God zijn en zij mijn volk. Jeremia 31:33

Hij heeft ons geschikt gemaakt om het nieuwe verbond te dienen: niet het verbond van een geschreven wet, maar dat van zijn Geest. Want de letter doodt, maar de Geest maakt levend. 2 Korintiërs 3:6

Tijdens het pinksterfeest begonnen de discipelen plotseling in vele vreemde talen te spreken. Hiermee werd duidelijk dat het evangelie niet alleen voorbehouden was aan de joden. Net zoals de Moabitische vrouw Ruth toetrad tot het volk van God, zo ook zouden de heidenen deel krijgen aan Gods beloften.