Zo werden de hemel en de aarde in al hun rijkdom voltooid. 2 Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. 3 God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk. Genesis 2:1-3

Zes dagen kun je werken, maar de zevende dag is het sabbat, een dag van volstrekte rust, die je als heilige dag samen moet vieren. Je mag die dag geen enkele bezigheid verrichten. Waar je ook woont, het moet een rustdag zijn die aan de HEER gewijd is. Leviticus 23:3

De sabbat is de zevende dag van de joodse week. Het is een algemene rustdag waarop het werk wordt gestaakt en de joden uitrusten van alle dagelijkse bezigheden. De sabbat begint op vrijdagavond wanneer de zon ondergaat en eindigt zaterdagavond bij het intreden van de duisternis.

In de joodse traditie wordt de sabbat voorbereid door de vrouw van het huis. Zij bakt het sabbatsbrood (challes), bereidt een feestelijk maal, dekt de tafel en ontsteekt de twee kaarsen in de sabbatskandelaar. Het hoofd van het gezin wijdt vervolgens de sabbat in. Hij zegent de wijn, wast de handen en breekt het brood. Hierna kan het feestmaal beginnen.

Na de maaltijd bezoekt men de synagoge, waar de sabbat als een bruid wordt verwelkomt. Bij thuiskomst, later op de avond, ontvangen de kinderen een zegen van hun ouders. ’s Zaterdagochtend wordt de synagoge opnieuw bezocht, de rest van de sabbat is er tijd voor leren, lezen en ontspanning.

De sabbat is de dag waarop de joden stilstaan bij Gods scheppingswerk. Net zoals God op de zevende dag uitrustte van zijn arbeid, zo rust ook de mens. Tegelijkertijd kijken ze verwachtingsvol uit naar de definitieve voltooiing van de schepping in het eeuwige Messiaanse vrederijk. De betekenis van de sabbat zou je samen kunnen vatten met het Hebreeuwse woord ‘sjalom’ wat staat voor volheid, vervulling, harmonie, vrede en rust.

Voor de eerste christenen in het Nieuwe Testament kreeg de sabbat een extra dimensie. Door het plaatsvervangend lijden en sterven van Jezus Christus, hun Messias, hoefden zij hun verlossing niet langer zelf te bewerkstelligen. Zij leefden in genade. Hierdoor konden zij al tijdens hun leven hier op aarde de rust vinden die gedurende het Messiaanse vrederijk definitief zou worden.

Er wacht het volk van God dus nog steeds een sabbatsrust. 10 En wie is binnengegaan in zijn rust, vindt rust na zijn werk zoals God na het zijne. 11 Laten we dus alles op alles zetten om te kunnen binnengaan in die rust, en zo voorkomen dat ook maar iemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat. Hebreeën 4:9-11.