“Op de tiende van deze maand moet elke familie een lam of een bokje uitkiezen, elk gezin één. 4 Gezinnen die te klein zijn om een heel dier te eten, nemen er samen met hun naaste buren een, rekening houdend met het aantal personen en met wat ieder nodig heeft. 5 Het mag het jong van een schaap zijn of het jong van een geit, als het maar een mannelijk dier van één jaar oud is zonder enig gebrek. 6 Houd dat apart tot de veertiende van deze maand; die dag moet de voltallige gemeenschap van Israël de dieren in de avondschemer slachten. 7 Het bloed moeten jullie bij elk huis waarin een dier gegeten wordt, aan de beide deurposten en aan de bovendorpel strijken. 8 Rooster het vlees en eet het nog diezelfde nacht, met ongedesemd brood en bittere kruiden. 9 Het dier mag niet halfgaar of gekookt worden gegeten, maar uitsluitend geroosterd, en in zijn geheel: met kop, poten en ingewanden. 10 Zorg dat er de volgende morgen niets meer van over is. Mocht er toch iets overblijven, dan moet je dat verbranden. 11 Zo moeten jullie het eten: met je gordel om, je sandalen aan en je staf in de hand, in grote haast. Dit is een maaltijd ter ere van de HEER, het pesachmaal. 12 Ik zal die nacht rondgaan door Egypte, en ik zal daar alle eerstgeborenen doden, zowel van de mensen als van het vee, en ik zal alle Egyptische goden van hun voetstuk stoten, want ik ben de HEER. 13 Maar jullie zal ik voorbijgaan: aan het bloed zal ik jullie huizen herkennen, en door dat merkteken zal de dodelijke plaag waarmee ik Egypte straf, jullie niet treffen. Exodus 12:3-13

Pesach, het joodse Paasfeest, valt samen met Matzot, ‘Het feest der ongezuurde broden’. Het feest begint op de avond van de vijftiende Nisan (maart/april) met het seidermaal. Gedurende deze feestelijke maaltijd leest men de hagada, het verhaal van de uittocht uit Egypte en de bevrijding van slavernij.

De avond begint ieder jaar met een vraag van de jongste aanwezige: ‘Waarom is deze avond anders dan de andere avonden?’ Hierna volgt een lange, vrolijke avond vol verhalen, liederen en symboliek. Het feest wordt thuis gevierd met familie en vrienden – één stoel blijft gedurende de hele avond leeg.

Pesach betekent voorbijgaan. Het herinnert aan de engel des doods die in de nacht van de uittocht alle eerstgeborenen van het land Egypte trof. Alleen de huizen waarvan de deurposten waren bestreken met het bloed van het pesachlam, werden gespaard. Toen de Farao werd geconfronteerd met zo veel dood en verderf, liet hij het volk Israël gaan. Pesach is dus een feest van redding en bevrijding.

Met het seidermaal herdenken de joden de laatste, haastige maaltijd in Egypte, vlak voor de uittocht. Maar het is ook een moment van vooruitzien naar de komst van de Messias – de definitieve bevrijding. De lege stoel is dan ook bestemd voor Elia. Wanneer hij komt, is de Messias in aantocht.

Het seidermaal bevat veel symbolische elementen. Zo is er de seiderschotel met een lamsbot, een ei, een stukje mierikswortel, wat peterselie, radijs en een mengsel van appel, rozijnen en kruiden. Verder staat er een bakje zout water en liggen er drie matzes, van elkaar gescheiden door een matzekleedje naast de schotel.

  • Het lamsbot verwijst naar het pesachlam, dat sinds de verwoesting van de tempel door de Romeinen in 70 na Christus niet meer geslacht kan worden.
  • Het ei staat voor de maaltijd die bij het pesachlam werd gegeten.
  • De mierikswortel, ook wel het bittere kruid genoemd, herinnert aan het bittere slavenbestaan in Egypte.
  • De peterselie en de radijs staan voor lente, vruchtbaarheid en hoop voor de toekomst. Ze worden gedoopt in het zoute water (de tranen van Israël).
  • De kleur van het mengsel van appel en rozijnen doet denken aan de klei waarvan de Israëlieten als slaven tegels moesten bakken.

Het lijdensverhaal van Jezus Christus kent tal van opmerkelijke parallellen met Pesach. Zo wordt Hij in het Nieuwe Testament vergeleken met het pesachlam dat geslacht werd om redding en verlossing te brengen (1 Pet. 1:18,19).